In de skigebieden doen zich elk jaar talrijke ongevallen voor. Hierna vindt u tips voor meer veiligheid op de skipistes, maar ook op weg ernaartoe.
2 maanden vóór uw vertrek: zorg voor een goede conditie
Uithouding:
- Ga 2 tot 3 keer per week lopen. Begin met 20 tot 30 minuten, en bouw op tot 30 à 45 minuten.
Train uw bovenbenen:
- Neem de trap.
- Ga met de fiets of te voet naar het werk.
- Als u even tijd heeft, doe dan de ‘stoeloefening’: zet u met uw rug tegen de muur, uw voeten lichtjes uiteen, plooi uw benen 90° en blijf in deze stand alsof u neerzit, maar dan zonder stoel. Houd dit zo lang mogelijk vol, herhaal de oefening en doe dit geleidelijk langer.
- Zwemt u graag? Draag zwemvliezen om uw dijspieren nog te versterken.
Oefening baart kunst!
- Er bestaan indoor skipistes met kunstsneeuw. Ideaal om lessen te nemen voor beginners.
Op de pistes: leef de veiligheids- en hoffelijkheidsregels na
- Houd u aan de afbakening en bewegwijzering.
- Controleer uw snelheid en pas ze aan naargelang uw niveau, de sneeuwkwaliteit en de drukte op de piste.
- Snijd andere skiërs niet de pas af.
- Skiërs lager dan u hebben voorrang.
- Houd voldoende afstand als u iemand inhaalt.
- Vertraag aan kruisingen en onderaan de piste, alsook op de pistes voor beginners.
- Als u stopt, doe dat dan aan de rand van de piste. Als u valt, kom dan zo snel mogelijk overeind en zet u aan de kant. Ook stijgen of dalen te voet doet u aan de zijkanten.
- Let op de vangnetten, ze wijzen vaak op gevaar: steile helling, oneffenheden, risico op lawine,… Ski of wandel er niet voorbij.
- Help personen in moeilijkheden. Als u een ongeval ziet gebeuren, sla dan alarm en blijf ter beschikking van de hulpdiensten en de betrokken personen.
- De pistes verlaten is heel gevaarlijk. Doe het nooit alleen. Laat u vergezellen door een professional en draag een zender waarmee slachtoffers van lawines kunnen teruggevonden worden. Vraag informatie over de weersvoorspellingen en vertrek niet zonder iemand te verwittigen.
Een goede raad
Skiën is leuk, houd het zo!
Gebruik geschikt materiaal, let op uw voeding en doe stretchoefeningen!
- Zowel om te skiën als om te snowboarden heeft u materiaal en schoenen van goede kwaliteit nodig, aangepast aan uw niveau en lichaamsbouw. Vraag advies in de gespecialiseerde winkels.
Bij het snowboarden is het aanbevolen minimum:
- Een helm: een must, ongeacht uw niveau.
- Kniebeschermers: wie begint, valt vaak vooruit op de knieën.
- Een beschermbroek: omdat u tijdens het leerproces regelmatig op uw staartbeen valt.
- Polsbeschermers om het risico op breuken te verminderen.
- Een bril of masker afhankelijk van het weer.
Bij het skiën:
- Het is van het grootste belang dat u bij elke vakantie uw sluitingen afregelt of laat afregelen door een vakman, om het risico op een verdraaide knie te verminderen.
- Een helm opzetten is een even grote must als bij het snowboarden.
- Draag een bril of masker afhankelijk van het weer.
Goed in uw vel!
- Neem een stevig ontbijt. Volle granen, of eieren, ham, kaas.
- Kies ‘s middags voor zetmeelhoudende producten om uw energiereserve aan te vullen: pasta, rijst, aardappelen, granen.
- Glühwein mag dan wel verleidelijk zijn, vermijd toch alcohol. Het warmtegevoel is misleidend en alcohol droogt het lichaam uit.
- Op grote hoogte dehydrateert de droge lucht ook twee keer sneller. Drink veel water om te rehydrateren en krampen te vermijden (1,5 tot 2 l/dag). Waterzakken van het type ‘camelbag’ zijn heel praktisch.
- Eet niet elke avond raclette, tartiflette of fondue. Zet ook soep, vlees, vis en groenten op uw menu.
- Neem een snack mee op de piste (granenrepen, droge vruchten, noten, amandelen,
rijsttaartjes,…). - Eet vruchten die rijk zijn aan vitamine C en magnesium (sinaasappel, kiwi, banaan,…).
Een goede tip
Als u te moe bent, rust dan uit op de 3e dag. Op die dag gebeuren immers de meeste ongevallen.
Op weg naar de pistes? Rij defensief als u lange afstanden aflegt
- Uw auto is klaar en gecontroleerd, de winterbanden zijn gemonteerd? Bereid dan zorgvuldig uw reisweg voor en houd rekening met de duur van het traject en de drukte op de weg.
- Check of alle inzittenden hun veiligheidsgordel correct dragen.
- Anticipeer op het rijgedrag en de eventuele fouten van andere weggebruikers. Laat u niet afleiden door de radio, een gsm of een te levendig gesprek.
- Kijk ver voor u uit, maar ook regelmatig links, rechts en in uw achteruitkijkspiegels.
- Geef tijdig uw intenties aan.
- Pas uw snelheid aan en houd voldoende afstand, rekening houdend met de weersomstandigheden en de drukte van het verkeer.
- Laat alle agressiviteit achterwege: driftige gebaren, met de lichten flikkeren, bumperkleven,…
- Las om de twee uur een korte stop in.