Opgelet met in het buitenland ingeschreven auto’s.

Croissants gaan halen op zondagmorgen met de auto van uw broer die in het buitenland ingeschreven is, kan u duur te staan komen … Waarom? Dat leggen wij u uit

Uw broer werkt in Luxemburg en brengt u tijdens het weekend een bezoekje. U wil hem verrassen met een lekker ontbijt. Omdat hij zijn auto voor uw garage geparkeerd heeft, neemt u zijn wagen om naar de bakker te rijden. De politie voert echter controles uit op dat moment. Uw identiteitskaart en de boorddocumenten worden gecontroleerd. Een agent vertelt u dat er een probleem is met de inschrijving van de auto, stelt een proces-verbaal op en laat u vertrekken.

Tijdens het ontbijt praat u erover met uw broer. Die stelt u gerust en zegt dat de auto geldig ingeschreven is in Luxemburg. Enkele weken later valt er bij u evenwel een boete in de bus, onder de vorm van een taks, als gevolg van dat bewuste proces-verbaal. Meer dan 300 euro moet u ophoesten, omdat u een inbreuk gepleegd zou hebben inzake verkeerstaksen. Maar waarover gaat het precies?

Wat zegt de wet?

Dubbele inschrijving De Belgische regelgeving op het vlak van de inschrijving van een voertuig (KB 20/07/22001) stelt dat “personen die in België wonen de voertuigen die ze in België in het verkeer willen brengen moeten inschrijven, ook als deze voertuigen al in het buitenland ingeschreven zijn”.
Het begrip ‘in het verkeer brengen’ moet in de breedst mogelijke zin geïnterpreteerd worden: rijden, stilstaan of geparkeerd zijn op de openbare weg. U mocht dus, als inwoner van België, zelfs niet rondrijden met de wagen die ingeschreven was in Luxemburg vooraleer u deze ook in ons land ingeschreven had.

Uitzonderingen

Er zijn gelukkig uitzonderingen. De regel hierboven is niet van toepassing als het voertuig:

  • verhuurd wordt door een buitenlandse onderneming (maximaal zes maanden, niet hernieuwbaar);
  • door een buitenlandse werkgever ter beschikking gesteld wordt van een werknemer en vooral voor professionele doeleinden gebruikt wordt;
  • bestuurd wordt door een ambtenaar die werkt voor een internationale instelling, die gesitueerd is in een andere lidstaat van de Europese Unie.

In deze gevallen moet de auto niet in België ingeschreven worden, zelfs al rijden de bestuurders er vaak mee in België rond en wonen ze hier.

Bij een controle moet het bewijs van de uitzondering geleverd worden:

  • een kopie van het huurcontract (getekend en gedateerd),
  • een kopie van de arbeidsovereenkomst en van het document dat aantoont dat de werkgever de wagen ter beschikking gesteld heeft van de werknemer,
  • een accreditatiekaart van de internationale instelling …

En de vrienden? Het gezin? Mijn zoon die in België studeert? Als diegene die het voertuig in België in het verkeer brengt niet in België woont, dan moet hij dit voertuig niet inschrijven in ons land. Zelfs niet wanneer zijn partner of kinderen (fiscaal ten laste onder hetzelfde dak), die wel in België zouden wonen, het besturen, van zodra het gaat om aanvullend gebruik.

Overigens werden recent (sinds 01/10/2014) enkele nieuwe uitzonderingen toegevoegd. Een student die in het buitenland woont en zijn studies voortzet in België, mag in ons land rondrijden met een voertuig dat in het buitenland ingeschreven is (en niet in België). Ook is het toegelaten om zijn wagen aan een vriend of een gezinslid uit te lenen: het moet dan gaan om ‘kosteloos uitlenen’, met andere woorden zonder tegenprestatie, aan een natuurlijk persoon (geen bedrijf dus) en gedurende maximaal een maand.

Maar opnieuw moet de bestuurder steeds zelf het bewijs van de uitzondering kunnen leveren. Zo moet de student een attest van de inschrijving in de onderwijsinstelling in België in zijn wagen bijhebben. Voor wat de kosteloze terbeschikkingstelling betreft, dient een document dat uitgaat van de ontlener met vermelding van begin- en einddatum zich aan boord van de wagen te bevinden.

Zes maanden, één maand, hernieuwbaar?

De regelgeving voorziet voor de huur of voor de kosteloze terbeschikkingstelling duurtijden die niet overschreden mogen worden. Is het mogelijk om deze termijnen te hernieuwen? Is het bijvoorbeeld mogelijk om na een maand een nieuw document voor een kosteloze terbeschikkingstelling op te stellen? En een maand later opnieuw? Hetzelfde voor de verhuur, elke zes maanden?

Voor wat de verhuur aangaat, is de wetgeving duidelijk: zes maanden is het maximum, er is geen hernieuwing mogelijk. Voor de kosteloze terbeschikkingstelling is dit echter niet gepreciseerd. Is een hernieuwing daarom wel toegelaten? Dat is niet zeker. In voorkomend geval zullen de hoven en rechtbanken of de administratie moeten oordelen.

U kunt zich probleemloos de kosten inbeelden die zo’n dossier kan meebrengen. Een goede rechtsbijstandspolis kan u helpen.

Vraag informatie aan ons kantoor indien u hierover vragen heeft!